Rosita Steenbeek (1959 Utrecht) groeide op in Amersfoort en doorliep het gymnasium. Vervolgens studeerde zij enige tijd Klassieke talen in Utrecht en deed haar propedeuse theologie. Aanvankelijk wilde ze een familietraditie voortzetten en dominee worden. Ze zwaaide om naar Neerlandistiek en studeerde af in de Moderne Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Tijdens haar studie acteerde ze regelmatig op het toneel en in de film.
Naar Rome
Na haar doctoraal in 1985 vertrok zij naar Rome en vestigde Steenbeek zich in Italië. Zij ging op zoek naar toneel- en filmrollen en vertaalde werk van o.a Alberto Moravia en Susanna Tamaro. Ook schreef ze artikelen voor o.a. Vrij Nederland. Als romanschrijver debuteerde ze met De laatste vrouw(1994), een boek dat in vele talen vertaald werd en waarmee Steenbeek internationale bekendheid verwierf.
In Thuis in Rome (2005) doet Rosita Steenbeek verslag van de plaatsen die ze bezoekt en de mensen die ze ontmoet. Al die mensen, ook obers en taxichauffeurs, blijken over een benijdenswaardige Rome kennis te beschikken. En omdat zij zich graag voor Steenbeeks karretje laten spannen, komt ze ook op normaal moeilijk toegankelijke plaatsen. Dit procédé bezorgt de lezer een schat aan interessante wetenswaardigheden, die je in de gebruikelijke gidsen niet zult vinden.
Citaat uit Thuis in Rome
Elke keer heb ik weer dat gevoel van thuiskomen. Ook toen ik voor het eerst in Rome arriveerde. Veel mensen hebben dat, niet alleen wanneer ze zijn opgegroeid met de klassieken. Misschien komt dat doordat Rome je bepaalt bij de uiteindelijke dingen. De oude tempels lachen je dagelijkse zorgjes uit, paleizen van keizers en pausen vergruizen het krantennieuws tot stof van de dag.
Rome is een stad waar je tegelijk rustig en opgewonden van wordt, een stad die troost en die prikkelt. Ik weet nog dat ik na een liefdesdrama tot mezelf kwam toen ik aan het eind van de middag over het Forum wandelde. En nadat alle hoofdpersonen uit mijn eerste Romeinse periode overleden waren – een grote liefde, een grote vriend en mijn beste vriendin – ontvluchtte ik de stad, maar nu ben ik terug en de herinneringen aan die mensen hebben mijn band met Rome nog steviger gemaakt.
Voor mij is Rome het oude centrum, de smalle straatjes in de warme kleuren, alle schakeringen oranje, rood zelfs, geel van zand tot goud. Hier, in het hartje van de stad, is mijn Romeinse leven begonnen. Later woonde ik een paar jaar op de Aventijn, een van de deftigste heuvels van Rome met brede, door bomen overkoepelde straten en villa's met tuinen. Het had ook de chique buurt van een andere Italiaanse stad kunnen zijn en ik kreeg heimwee naar het centrum.
Hier is Rome als een huis, de steegjes zijn gangen, en op drie minuten afstand liggen de twee mooiste pleinen van de stad, misschien wel van de wereld. De Piazza della Rotonda met het best bewaarde monument, het Pantheon, en de Piazza Navona. Dat zijn mijn leeszalen, mijn koffiekamers, mijn salons waar ik mensen ontvang.
Boeken
In 1994 debuteerde ze met De laatste vrouw. Een boek dat Rome en Sicilië als decor heeft. Vanaf dat moment wijdt ze zich voornamelijk aan het schrijven. Ze bleef in Rome wonen waar ze zich meteen thuis voelde. Italië bleef haar inspireren. Haar volgende boek Schimmenrijk, een roman over de vraag hoe je verder leeft als de mensen van wie je houdt doodgaan, is gesitueerd in de wereld van de Etrusken. Daarna volgde Thuis in Rome, en Ballets Russes, een Venetiaanse roman. In 2004 verscheen Intensive Care, een boek voor het eerst spelend in een Nederlands decor, over de dood van haar vader en het ernstige auto-ongeluk dat haar kort daarna samen met haar moeder overkwam.
De thema’s die veelvoudig voorkomen in haar romans zijn: eindigheid, vergankelijkheid, leven en dood. Eind september 2006 verschijnt Siciliaans testament.
Uit: BOEK Magazine 7 september j.l.
Dat Rosita Steenbeek regelmatig in Italië verblijft, is andermaal te merken in haar kersverse roman Siciliaans testament. Daarin keert de Nederlandse Suzanne terug naar Sicilië, het thuisland van haar ex-geliefde Roberto.
Deze oudere man heeft niet lang meer te leven en wil Suzanne graag nog één keer zien. Maar van alle weelde van vroeger en de Roberto die zij kende, is niet veel meer over. Van een ware womanizer is hij veranderd in een oude en verbitterde man. Waar Suzanne eerst liefde voor de Siciliaan voelde, voert nu medelijden de boventoon. Al snel trekt ze haar eigen plan, om zo aan de grillen van Roberto te ontkomen. Vroeger had ze slechts oog voor haar geliefde, zodat ze niet veel van het eiland zag. Nu ontdekt ze de schoonheden van Sicilië en raakt ze onder meer betrokken bij het feest van de beschermheilige Sant’Agatha.
Rosita Steenbeek beschrijft dit alles in prachtige bewoordingen. Haar stijl is zo levendig, dat je je vaak zelf op het eiland waant. Bovendien schrikt ze er niet voor terug de nodige humor in haar verhaal te stoppen. De personages van Roberto’s schizofrene zoon en achterbakse butler zijn op zich al grappig. Sommige dialogen nodigen ook uit tot op zijn minst een glimlach, net als de absurde opvattingen van Enrico, de schizofrene zoon. Maar de sterkste facetten aan Siciliaans testament zijn toch het mooie taalgebruik en de rake sfeerbeschrijvingen. Die laten het landschap en de personages letterlijk tot bloei komen. Je leert het eiland kennen, maar ook de karakters. Ze blijven niet oppervlakkig en weten sympathie op te wekken, met name het hoofdpersonage Suzanne. Je leeft helemaal met haar mee als ze Roberto stilaan loslaat omdat hij geen schim meer is van haar oude geliefde. Siciliaans testament is mooi geschreven, wekt op een aangename manier emoties op en is op zijn tijd erg komisch.
Theater
Ruim een jaar geleden vonden zanger Theo Nijland en schrijfster Rosita Steenbeek elkaar in De Kus - lichtzinnig literaire revue. In deze voorstelling toont Steenbeek haar kwaliteiten als gepassioneerde vertelster met verhalen over reizen, liefdes en leven. Als prikkelende afwisseling bezingt Nijland de zijne aan de vleugel.
|